Promotie Anja van de Pol-Tegge

Op 13 september 2021 verdedigde CLIV-lid Anja van de Pol-Tegge aan de Vrije Universiteit Brussel succesvol haar doctoraatsproefschrift Belgische Literaturen in deutscher Übersetzung. Mehrsprachigkeit und Kulturtransfer (1945 bis zur Gegenwart). De promotie was een Joint PhD tussen de Vrije Universiteit Brussel en de Heinrich-Heine-Universität Düsseldorf (Promotoren: Arvi Sepp & Vera Elisabeth Gerling).

Hartelijke felicitaties van CLIV!

Gesprek met vertaalster Aai Prins (KU Leuven)

Op donderdag 28 oktober 2021 ontvangt het Centrum voor Russische Studies (KU Leuven) Aai Prins, bekroond literair vertaalster uit het Russisch. Ze vertaalde tientallen boeken, waaronder klassiekers als Gogol, Tsjechov, Boelgakov en Pasternak. In 2019 won ze de Nederlands Letterenfonds Vertaalprijs, niet alleen voor de hoge kwaliteit van haar vertalingen, maar ook voor haar inzet als cultureel ambassadeur. In het gesprek met Aai Prins zal moderator Pieter Boulogne, docent Russische literatuur aan KU Leuven, ingaan op haar visie op vertaling en bemiddelaarsrol als vertaler, cultuurspecifieke elementen en de evoluerende vertaalcultuur.

Dit evenement wordt georganiseerd in samenwerking met de Master in het vertalen: Literair traject (KU Leuven).

Meer informatie & registratie op de website.

Symposium Hertmans in Vertaling

Op 21 oktober 2021 organiseert de onderzoeksgroep TRACE (Vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie, UGent) in samenwerking met CLIV het symposium Hertmans in Vertaling, met aandacht voor vertalingen van poëzie, proza en toneel én de rol van vertalers als culturele bemiddelaar. Het symposium vindt plaats in het gebouw van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal-en Letterkunde (KANTL) te Gent.

Toegang: 5 EUR. Inschrijven kan via de Humanities Academie van de UGent (onderaan de pagina).

Programma: Hertmans in Vertaling

Voor meer informatie kan u terecht op de website en bij vragen of opmerkingen, gelieve Brecht de Groote (brecht.degroote@ugent.be) te contacteren.

Tweede studiedag over het werk van Raymond van den Broeck

“… postpaarden van de beschaving …”

Raymond van den Broeck en het vertalen van poëzie

Vrijdag 5 februari 2021 (Campus Sint-Jacob Antwerpen)

In zijn werk verwijst de vertaalwetenschapper Raymond van den Broeck vaak naar het vertalen van poëzie. Dat gebeurt bijvoorbeeld in ‘De bloemen van den booze. Baudelaire driemaal vertaald’, in ‘Een raam waar een gedicht doorheen kan schijnen’ en in ‘The Burden and the Splendour of the Ruin at Babel’. Van den Broeck heeft het vertalen van poëzie niet alleen theoretisch benaderd, hij heeft ook zelf gedichten vertaald: John Berger, Jorge Luis Borges, Emily Dickinson …

We nodigen je uit om een lezing van maximaal twintig minuten te geven. De lezingen worden in het Nederlands gehouden en sluiten zeer nauw aan bij Van den Broecks werk. Voorstellen (ongeveer 200 woorden in het Nederlands) kunnen vóór 1 november 2020 worden gestuurd naar Winibert.Segers@kuleuven.be

De studiedag zal plaatsvinden op vrijdag 5 februari 2021 op de Campus Sint-Jacob in Antwerpen. De Campus ligt op wandelafstand van het Centraal Station. Tijdens de studiedag zal het eerste boek van de reeks Griffels worden gepresenteerd: “… mijn trage reistocht door de nacht …”. Herinneringen aan Raymond van den Broeck.

 

Doctoraatsbeurs: “Shaping Belgian Literature Before 1830” (KU Leuven)

De afdelingen Geschiedenis en Literatuurwetenschap van de KU Leuven zoeken een doctoraatskandidaat in het kader van het multidisciplinaire FWO-project “Shaping Belgian Literature before 1830: Multilingual Patterns and Cultural Transfer in Flemish and French Periodicals in the Southern Low Countries”.

In de geschiedschrijving van de Lage Landen is de achttiende-eeuwse literatuur – en zeker zoals die gecreëerd en beleefd werd in de Zuidelijke Nederlanden – lange tijd onderbelicht gebleven. Hierdoor ontbreekt kennis over het fundamentele meertalige en hybride karakter van de literaire cultuur tijdens deze formatieve periode uit de Belgische ontstaansgeschiedenis.

“Shaping Belgian Literature” vult deze lacune door de Zuid-Nederlandse literatuur te bestuderen als onderdeel van een inherent meertalige cultuur en heeft als doel een dieper inzicht te verwerven in de rol van literatuur als bredere, identiteit-vormende, praktijk. Meer specifiek zal gekeken worden naar de functie die Nederlands­- en Franstalige tijdschriften die verschenen en circuleerden in de Zuidelijke Nederlanden ver­vulden in dit proces.

Binnen dit project zal de geselecteerde kandidaat een eigen onderzoekslijn uitwerken in samenwerking met het projectteam en onder begeleiding van Prof. Dr. Tom Verschaffel (Cultuurgeschiedens sinds 1750) en Prof. Dr. Beatrijs Vanacker (Franse literatuur).

 

Over deze functie

Tot de taken van de promovendus behoren onder andere:

  • het schrijven van een proefschrift;
  • (archief)onderzoek in (overwegend Belgische) bibliotheken en erfgoedinstellingen en het systematische documenteren van de onderzoeksresultaten;
  • actieve deelname aan de projectgroep;
  • het presenteren van onderzoeksresultaten op (internationale) workshops en congressen.

 

Profiel

De kandidaat die we zoeken beschikt over volgende kwalificaties en vaardigheden:

  • Een Master-diploma op het gebied van de (cultuur)geschiedenis en/of Nederlandse of Franse taal- en letterkunde (of zal dit diploma voor de aanvang van het project behalen);
  • Interesse in interdisciplinair onderzoek;
  • Aantoonbare analytische kwaliteiten;
  • Een goede passieve kennis van Nederlands en Frans; goede communicatieve vaardigheden in het Engels strekken tot aanbeveling;
  • Communicatief, teamgericht en bereid om zowel zelfstandig als in groep onderzoek uit te voeren.

 

Aanbod

  • Een voltijdse aanstelling van één jaar, na positieve evaluatie met drie jaar verlengbaar;
  • Een netto maandsalaris van circa 2000 Euro;
  • Een budget voor onderzoeksgerelateerde activiteiten;
  • Een plek in een dynamische onderzoekscontext aan een gerenommeerde universiteit.


Geïnteresseerd?

Kandidaten kunnen solliciteren vóór 21 juli via de online-vacaturetool van KU Leuven. Je sollicitatie omvat volgende delen:

  • een motivatiebrief;
  • een CV met vermelding van studieresultaten, inclusief de namen en contactgegevens van twee referenten;
  • een voorbeeld van geschreven werk (bijv. thesishoofdstuk; artikel).

De gesprekken zullen plaatsvinden in de week van 17 augustus. Beoogde startdatum: 1 oktober 2020, of zo spoedig mogelijk nadien.

Wie vragen heeft over deze vacature, of een uitgebreide projectbeschrijving wil lezen, kan contact opnemen met Tom Verschaffel (tom.verschaffel@kuleuven.be) en Beatrijs Vanacker (beatrijs.vanacker@kuleuven.be).

 

Solliciteren via:

https://www.kuleuven.be/personeel/jobsite/jobs/55685727

Call for abstracts – The complexity of socio-cultural emergence: biosemiotics, semiotics and translation studies

Organizers:

Kobus Marais, University of the Free State
Reine Meylaerts, KU Leuven
Maud Gonne, UNamur/ UCLouvain

Confirmed keynote speakers:

Biosemiotics – Terrence Deacon (University of California, Berkeley)
Semiotics – Frederik Stjernfelt (Aalborg University, Copenhagen)
Translation studies – Michael Cronin (Trinity College Dublin)

Conference date: 26-28 August 2021

Place: KU Leuven, Belgium

Since the emergence of complexity thinking, scholars from the natural and social sciences as well as the humanities are renewing efforts to construct a unified framework that would unite all scholarly activity. The work of Terrence Deacon (2013), at the interface of (at least) physics, chemistry, biology, neurology, cognitive science, semiotics, anthropology and philosophy, is a great, though not the only, example of this kind of work. It is becoming clear that this paradigm of complex relational and process thinking means, among others, that the relationships between fields of study are more important than the differences between them. Deacon’s contribution, for instance, lies not (only) in original findings in any of the fields in which he works but (also) in the ways in which he relates bodies of knowledge to one another. An example would be his links between a theory of work (physics) and a theory of information (cybernetics) by means of a theory of meaning (semiotics).

This line of thinking indeed situates semiotics and biosemiotics in the centre of the abovementioned debate (also see Hoffmeyer, 2008; Kauffman, 2012).

In semiotics, Susan Petrilli’s (2003) thought-provoking collection covers a wide variety of chapters focused on translation, which she conceptualizes as semiotic process. Her work made it possible to link biosemiotics and semiotics through the notion of “translation”, which is what we aim to explore further in this conference.

Michael Cronin’s work in translation studies links up with the above through his use of the notion of “ecology”. To apprehend interconnectedness and vulnerability in the age of the Anthropocene, his work challenges text-oriented and linear approaches while engaging in eco-translational thinking. He calls tradosphere all translation systems on the planet, all the ways in which information circulates between living and non-living organisms and is translated into a language or a code that can be processed or understood by the receiving entity (Cronin, 2017, p. 71). The aptness of Cronin’s work on ecology finds a partner in that of Bruno Latour, whose development of a sociology of translation (2005) responds to the need to reconnect the social and natural worlds and to account for the multiple connections that make what he calls the ‘social’.

In an effort further to work out the implications of this new way of thinking, Marais (2019, p. 120) conceptualized translation in terms of “negentropic semiotic work performed by the application of constraints on the semiotic process” (see also Kress 2013). Building on Peirce, namely that the meaning of a sign is its translation into another sign, translation is defined as a process that entails semiotic work done by constraining semiotic possibilities. This conceptualization allows for the study of all forms of meaning-making, i.e. translation, under a single conceptual framework, but it also allows for a unified ecological view for both the sciences and the humanities. “The long standing distinction between the human and social sciences and the natural and physical sciences is no longer tenable in a world where we cannot remain indifferent to the more than human” (Cronin, 2017, p. 3).

These kind of approaches open ample possibilities for a dialogue between Translation Studies, Semiotics and Biosemiotics, exploring translation not only in linguistic and anthropocentric terms, but as a semiotic process that can take place in and between all (living) organisms – human and non-human organic and inorganic, material and immaterial alike. Not only the translation of Hamlet into French, or of oral speech into subtitles, but also communication between dolphins or between a dog and its master, or moving a statue from one place to another, or rewatching a film are translation processes. However, many of the implications of this line of thinking still need to be explored, and if the references to Deacon, Petrilli and Cronin holds, this should be done in an interdisciplinary way that tests, transgresses and transforms scholarly boundaries.

It is for this reason that we call for papers for a conference in which we hope to draw together biosemioticians, semioticians and translation studies scholars to discuss the interdisciplinary relations between these fields and the implications of these relations for the study of social and cultural reality as emerging from both matter and mind. We invite colleagues to submit either theoretical or data-driven or mixed proposals, reflecting on the complexity of social-cultural emergence as a translation process. Some of the topics that colleagues could consider would be the following:

· Is translation, as semiotic work and process, indeed able to link all of the biological world, including humans, with the non-living world in one ecology, and if so how?

· What conceptual constructs in each of the three fields are relevant for the other fields, and how?

· Could the fields learn methodological and epistemological lessons from one another? If so, what would these entail?

· Could collaborative scholarship enhance an understanding of social-cultural emergence, and if so, what would this scholarship entail?

· How, if at all, does entropy and negentropy play out differently in social-cultural systems compared to biological and/or physical systems?

· How does social-cultural emergence differ from biological and even physical emergence? Systems thinking tends to ignore differences like the intentionality of biological agents in contrast to physical agents. Thus, if one were to consider the possibility that intention has causal effect, how does one factor intention into thinking about complex adaptive systems?

We plan an interactive conference. Firstly, we invited three keynote speakers, one from each of the fields involved, to give their views on the relationships between these three fields. Secondly, apart from the normal responses to papers, we would like to end each day of the conference with a session (about one hour) in which the keynote speakers reflect, round-table style, on the papers of the day and in which participants have the opportunity to engage them and one another in open debate style.

Deadlines

Submission of abstracts – 1 December 2020
Notification of acceptance – 1 February 2021
Registration opens – 1 March 2021
Registration closes – 15 July 2021

Please e-mail enquiries and abstracts of around 300 words to one of the following addresses:

jmarais@ufs.ac.za
maud.gonne@unamur.be
reine.meylaerts@kuleuven.be

References

Cronin, M., 2017. Eco-translation: Translation and ecology in the age of the anthropocene. New York: Routledge.

Deacon, T. W., 2013. Incomplete nature: How mind emerged from matter. New York: WW Norman & Company.

Hoffmeyer, J., 2008. Biosemiotics: An examination into the signs of life and the life of signs. London: University of Scranton Press.

Kauffman, S., 2012. From physics to semiotics. In: S. Rattasepp & T. Bennet, eds. Biosemiotic gatherings. Tartu: University of Tartu Press, pp. 30-46.

Kress, G., 2013. Multimodal discourse analysis. In: J. P. Gee & M. Handford, eds. The Routledge handbook of discourse analysis. New York: Routledge, pp. 35-50.

Latour, B., 2005. Reassembling the social: An introduction to actor-network-theory. Oxford: Oxford University Press.

Marais, K., 2019. A (bio)semiotic theory of translation: The emergence of social-cultural reality. New York: Routledge.

Petrilli, S., ed., 2003. Translation Translation. Amsterdam: Rodopi.

“Non verbum e verbo sed sensum de sensu”: Grieks in vertaling door de eeuwen heen​

Lezing door Berenice Verhelst (UGent)

Het gaat om een lezing voor een breed publiek georganiseerd door het Griekenlandcentrum in samenwerking met NKV Oost-Vlaanderen (Nederlands Klassiek Verbond). De lezing zal doorgaan op 15/4 om 20:10 via het platform Bongo Virtual Classroom, en is toegankelijk voor iedereen via de volgende link.

https://bongo-eu.youseeu.com/sync-activity/invite/77238/3b5f2dc257a0b8a0520e1ee0034b2959?lti-scope=d2l-resource-syncmeeting-list

Aanmelden kan vanaf 19:50 (vragen zijn mogelijk via chat, deelnemers zullen enkel kunnen luisteren en kijken).

Abstract:
Wanneer Cicero het heeft over zijn vertaling van Demosthenes’ redevoeringen, stelt hij daarbij expliciet dat hij niet vertaald heeft als tolk maar als redenaar. Hieronymus vertaalde de Bijbel niet woord voor woord, maar naar de betekenis. De rederijker Cornelis van Ghistele verklaarde in 1554 dat hij de Aeneis van Vergilius “retoryckelijck” had overgezet “plaisant ende weerdig om lezen”. Hij vertaalt als dichter in een eigentijdse dichtvorm, taal en stijl – zoals voor hem bijvoorbeeld ook Ausonius, en na hem o.a. Joost Van den Vondel, Alexander Pope en Christopher Logue. Deze voordracht voert langs enkele hoogtepunten en markante momenten uit de vertaalgeschiedenis van het Grieks en het Latijn, beiden als vertaaltalen (vooral dan het Latijn) en vertaalde talen (vooral het Grieks), van in de oudheid tot vandaag, van Livius Andronicus tot Emily Wilson. We snuisteren in een kleurrijk verleden, met een kritische blik op de huidige vertaalpraktijk en ook met vragen voor de toekomst. Vertalingen zijn immers nooit een neutraal doorgeefluik. Ze geven een interpretatie, gekleurd door eigentijdse opvattingen (ook over vertalen), maar fungeren wel als plaatsvervanger en ambassadeur van de brontekst. Dat laatste is ook niet onbelangrijk in de context van vandaag waarin de zin van de studie van Latijn en Grieks steeds vaker in vraag wordt gesteld.