cursus home — onderwerpen — vertaalprojecten– vingeroefeningen
Voor hun eindwerk vertalen de studenten een stukje proza of poëzie van het Latijn of Grieks naar het Nederlands; andere doeltalen kunnen ook, mits overleg. Zij kiezen deze tekst uit een lange lijst van werken die nooit eerder (of al heel lang niet) naar het Nederlands zijn vertaald, gaande van de derde eeuw v.Chr. tot de negentiende eeuw n.Chr. Enkele recente staaltjes:
- Emma Marchau (academiejaar 2019-20): duistere Latijnse ‘sprookjes’ door Gerald van Wales (12de eeuw)
- Febe Schollaert (2018-19): Griekse epigrammen door Julianus Apostata (?) (4de eeuw)
- Fien Lampaert (academiejaar 2019-20): begin van het eerste hoofdstuk van Ludvig Holbergs fantastische Latijnse reisroman over de onderaardse avonturen van Niels Klim (18de eeuw)
“Het was 1664. Ik had net een examen van zowel de filosofisch-wetenschappelijke als de theologische faculteit aan de universiteit van Kopenhagen afgelegd en was met onderscheiding geslaagd. Ik was klaar om terug te keren naar huis en nam in Noorwegen de boot naar Bergen. Mijn bachelortitel was binnen, maar mijn geld was op. Dat is niets ongewoons voor een Noorse student: thuiskomen van de academische markt pronkend met kennis en glorie, maar wel met lege zakken. Hoe dan ook, de wind zat goed en na een reisje van maar zes dagen legden we aan in de haven van Bergen. Ik was terug in mijn eigen land. Heerlijk! Ik was belezen, beleerd en blut. Ik moest dus wel enige tijd bij vrienden van me verblijven en even op hun kosten leven.
U moet niet denken dat ik daarom mijn voetjes omhoog legde en lui achterover leunde. Integendeel, ik was niet voor niets een echte wetenschapper nu. Ik had mijn nobel pad gekozen en volgde het door in de natuur rond te zwerven en elke brok aarde en elke berg grondig te onderzoeken. Ik kroop tot in alle uithoeken van het land. Geen rots was mij te steil, geen gapende, diepe grot schrikte mij af; ik zocht overal. Iets interessants, iets dat een echte wetenschapper kon onderzoeken: dát was wat ik wilde vinden. Want ons land barst echt van de wonderlijke dingen die we nog nooit gezien of gehoord hebben…”
De studenten dienen hun vertalingen ook in te bedden in een duidende tekst die de lezer de nodige inhoudelijke en contextuele houvast biedt. Meestal wordt gekozen voor de vorm van het populairwetenschappelijk artikel. Sinds de opstart van het vak is het werk van onze studenten ook regelmatig in tijdschriften als Hermeneus beland. Anderen kiezen voor tekstgenres die nauwer aansluiten bij de aard van hun vertaalproject, zoals een informatief theaterprogramma of een inleiding bij een mock-up voor een geïllustreerd kinder- of jeugdboek. Sommigen creëren hele ‘fictieve’ websites waarop ze hun vertaalwerk aanbieden en contextualiseren:
- Mathijs Clement (2019-20): vertaalplatform met het uitgewerkte voorbeeld van Nonnos van Panopolis’ poëtische adaptatie van het Johannes-evangelie (5de eeuw) https://sites.google.com/view/onderstof/
- Anke Hellebuyck (2018-19): een wandeling door Rome aan de hand van obeliskbeschrijvingen door Flavio Biondo (15de eeuw) https://ankehellebuyck.wixsite.com/mijnsite?utm_campaign=193f9ac6-45eb-4fab-b4ab-c6d9dc3bab01&utm_source=so
- Lies Cauwel (2019-20): ‘alternatieve’ gezondheidstips op basis van het werk van Aulus Cornelius Celsus (1ste eeuw) https://liescauwel.wixsite.com/auluscorneliuscelsus