“Non verbum e verbo sed sensum de sensu”: Grieks in vertaling door de eeuwen heen​

Lezing door Berenice Verhelst (UGent)

Het gaat om een lezing voor een breed publiek georganiseerd door het Griekenlandcentrum in samenwerking met NKV Oost-Vlaanderen (Nederlands Klassiek Verbond). De lezing zal doorgaan op 15/4 om 20:10 via het platform Bongo Virtual Classroom, en is toegankelijk voor iedereen via de volgende link.

https://bongo-eu.youseeu.com/sync-activity/invite/77238/3b5f2dc257a0b8a0520e1ee0034b2959?lti-scope=d2l-resource-syncmeeting-list

Aanmelden kan vanaf 19:50 (vragen zijn mogelijk via chat, deelnemers zullen enkel kunnen luisteren en kijken).

Abstract:
Wanneer Cicero het heeft over zijn vertaling van Demosthenes’ redevoeringen, stelt hij daarbij expliciet dat hij niet vertaald heeft als tolk maar als redenaar. Hieronymus vertaalde de Bijbel niet woord voor woord, maar naar de betekenis. De rederijker Cornelis van Ghistele verklaarde in 1554 dat hij de Aeneis van Vergilius “retoryckelijck” had overgezet “plaisant ende weerdig om lezen”. Hij vertaalt als dichter in een eigentijdse dichtvorm, taal en stijl – zoals voor hem bijvoorbeeld ook Ausonius, en na hem o.a. Joost Van den Vondel, Alexander Pope en Christopher Logue. Deze voordracht voert langs enkele hoogtepunten en markante momenten uit de vertaalgeschiedenis van het Grieks en het Latijn, beiden als vertaaltalen (vooral dan het Latijn) en vertaalde talen (vooral het Grieks), van in de oudheid tot vandaag, van Livius Andronicus tot Emily Wilson. We snuisteren in een kleurrijk verleden, met een kritische blik op de huidige vertaalpraktijk en ook met vragen voor de toekomst. Vertalingen zijn immers nooit een neutraal doorgeefluik. Ze geven een interpretatie, gekleurd door eigentijdse opvattingen (ook over vertalen), maar fungeren wel als plaatsvervanger en ambassadeur van de brontekst. Dat laatste is ook niet onbelangrijk in de context van vandaag waarin de zin van de studie van Latijn en Grieks steeds vaker in vraag wordt gesteld.

Studiedag – Avant-garde en poëzie in vertaling (UGent)

Op donderdag 12 maart vindt de studiedag over avant-gardepoëzie in vertaling aan de Universiteit van Gent plaats. De studiedag wordt i.s.m. TRACE georganiseerd.

Plaats: UGent, Campus Mercator, Abdisstraat 1, lokaal A1.04

Programma: Avant-Garde in Translation

Voor meer informatie, gelieve contact met de organisatoren op te nemen: Christina Bezari (christina.bezari@ugent.be) & Amaury de Sart (amaury.desart@ugent.be).

Elies Smeyers – Lezing “Hugo Claus in Franse vertaling” (KULeuven)

De lezing is in het kader van de masteropleiding literair vertalen 2019-20 (KULeuven) georganiseerd.

Hugo Claus (1929-2008) wordt vaak voorgesteld als een boegbeeld van de twintigste-eeuwse Vlaamse literatuur, met een oeuvre dat ook in het buitenland niet onopgemerkt bleef. Vooral in het Franse taalgebied was de aandacht voor Claus’ werk ongezien. Dat vertalingen een essentiële rol speelden in deze internationale verspreiding van een Nederlandstalig oeuvre hoeft niet te verbazen. Niettemin kregen deze vertalingen, hun ontstaansproces en de vertalers tot voor kort weinig aandacht, alsof die verspreiding van Claus’ oeuvre louter het logische gevolg was van de kwaliteiten en het talent van de auteur.

Tijdens haar lezing gaat de spreker in op het collectieve project dat die internationale verspreiding mogelijk maakte, waarbij niet alleen zelfbemiddeling door de auteur en zijn entourage maar ook (internationale) netwerken van geëngageerde vertalers en bemiddelaars een sleutelrol speelden. Zij zet uiteen hoe die rol dankzij de analyse van tekstuele, paratekstuele en contextuele aspecten van het vertaalproces belicht kon worden en hoe archiefmateriaal kon bijdragen tot zowel netwerk- als tekstanalyse. Ten slotte besteedt ze ook aandacht aan de mate waarin de studie van hervertalingen temporele en spatiale verschillen in de (vertalers)netwerken, vertaalstrategieën en de internationale positie van de auteur en diens oeuvre in kaart kon brengen.

Elies Smeyers volgde na haar Master Westerse Literatuur (KU Leuven, 2013) het transnationale Postgraduaat Literair Vertalen (KU Leuven/Universiteit Utrecht, 2014) en publiceerde poëzie van Antoine Dufeu in vertaling in het tijdschrift Terras (Terras#11, 2016). Ze verdedigde onlangs haar proefschrift over de Franse vertalingen van het werk van Hugo Claus (joint PhD aan de UCLouvain en de UGent) en behaalde zo haar doctoraat in de Letteren en Vertaalwetenschap. Momenteel doceert ze het vak Nederlandse Cultuur aan de UCLouvain en bereidt ze de publicatie van haar proefschrift voor. Daarnaast volgt ze een voltijdse opleiding edelsmeedkunst.

Dinsdag 18 februari 2020 | 11 u | KU Leuven, Campus Sint-Andries, lokaal 2.10

Toegang: gratis

Voor praktische informatie over de bereikbaarheid van de campus: https://www.arts.kuleuven.be/antwerpen/situering

Vacature : doctoral fellow (UGent, dep. Vertalen, Tolken, Communicatie)

The research group Translation and Culture at Ghent University (https://research.flw.ugent.be/en/trace) seeks to recruit a PhD fellow (doctoral candidate) for its project on TRANSLATION AND FRANCOISM (2020-2024).

We offer a 4-year grant (2 + 2), on the condition of a positive evaluation after 2 years. The position is available from 1 May 2020, but the starting date is negotiable up to 1 September 2020 at the very latest.

Summary

Between 1939 and 1975 Francisco Franco’s administration held a tight control over public discourse in Spain. This project studies the role of translation during Francoism. A site of tension and censorship under Franco, translation throws light on cultural struggle and on the values, practices, and institutions that Francoism—or sectors of the regime—defended and opposed in various times and places. The project is currently looking for a research proposal about translation between Spanish and, preferably, (one of) the following languages: French, English, Dutch, German, Norwegian, Danish, or Swedish.

Topics available for research include, but are not limited to:

–a case study on the Francoist reception and translation of a film oeuvre;

–a case study on the Francoist reception and translation of (part of) a literary oeuvre;

–a case study on translation and journalism during Francoism;

–a case study on translation and political discourse during Francoism;

–a study that maps events, networks, and tendencies in one pivotal period of translation censorship (e.g., an important month or year in the Francoist censorship of translated film);

— a study that carries out a longitudinal study of an important agent of translation (e.g., a high-profile translator or an influential Francoist censor of literary or film translations). As a doctoral fellow at Ghent University

you will

– collect and analyze data from relevant archives (especially the Archivo General de la Administración in Alcalá, Madrid);

– present your ongoing research at national and international conferences;

– write a doctoral dissertation within four years;

– prepare individual and joint publications;

– occasionally assist in teaching activities at the department.

Ghent University is a top 100 university and one of the major universities in Belgium. Located in a vibrant historic city, Ghent University is a multilingual working environment and offers great career opportunities.

 

For more info and application : https://www.ugent.be/en/work/vacancies/scientific/doctoral-fellow-6rws4

Gastlezingen over literair vertalen (Nederlands-Duits)

In het begin van het tweede semester organiseert de VUB twee gastlezingen over literair vertalen (in het Atelier literair vertalen Duits-Nederlands):

– Hilde Keteleer (literair vertaalster Duits) op 6 maart, 10-13u;

– Lara Rogiers (Literatuur Vlaanderen) komt op 3 april, 10-13u: “hoe te beginnen als literair vertaler”

Research seminar ‘Translation Studies and Society’ (VUB)

Edition spring 2020: ‘On translation as a task, and (un)translatability’

The aim of this seminar is to exchange critical reflections and to discuss important topics in translation studies (such as (un)translatability; cultural transfer; identity, language and culture; translation and ethics/politics; translation and mother tongue; etc.). Translation theories will be discussed in relation to their significance for the translational applications as well as the other way around, translation practices will be described and examined for their significance in cultural studies and human sciences in general. Translation has become a metaphor in discussions on multiculturalism, globalization, diversity, and politics of recognition: translational experience and phenomena have relevance for culture and politics/society beyond their technical and linguistic aspects, and/or the merely linguistic domain.

In the three starting sessions of this seminar, the focus will be on three founding fathers of translation studies, Roman Jakobson, Walter Benjamin and Antonio Gramsci. From Jakobson we will read ‘On Linguistic Aspects of Translation’, optionally with some critical comment. From Benjamin we will focus on ‘The Task of the Translator’, with possibly a minor text on translation or a critical comment. In the case of Gramsci, we will read a critical text of Derek Boothman that focusses on the role of Gramsci’s reflections on language, translation and translatability in his entire social and political thought, and if appropriate, we will confront with some other critical text fragments of Peter Ives.

The research seminar is organized as a reading group. Participants will have to read texts (max. 20p.) and prepare in advance of every session. The texts will be provided well in advance, for the first session as soon as the registration is closed.

The seminar is organized by Prof. dr. S. Lavaert (BIAL).

Registration: participation is free of charge, but registration is required. Please send an e-mail to sonja.lavaert@vub.be, by February 10th, 2020 at the latest.

Location: all sessions take place at the VUB, campus Etterbeek. The room will be communicated after the registration is closed.

Doctoral students: the research seminar is a part of the Doctoral School Human Sciences (DSh). Doctoral students need to attend every meeting and receive 1 credit per session.

Program: The first session takes place on February 27th, 2020, 16–18h (coffee will be provided), the next sessions on March 19th and April 30th (to be confirmed at the first meeting). Prof. dr. S. Lavaert will deliver a brief introduction of each session, in the first one on Jakobson.

Doctoraatsverdediging Elies Smeyers (joint PhD UCL/UGent)

Voor de doorbraak. De voorgeschiedenis van een ‘succesverhaal’.
Een onderzoek naar de genese en receptie van de vroege vertalingen van Hugo Claus’ werk in het Frans.

Promotors: Stéphanie Vanasten en Désirée Schyns.

De verdediging zal plaatsvinden op vrijdag 20 december 2019 in het Auditorium du Monceau, Musée L, Louvain-la-Neuve (Place des Sciences 3), om 14u30.

https://uclouvain.be/fr/facultes/fial/evenements/soutenance-publique-de-these-–-mme-elies-smeyers.html

Gelieve jullie aanwezigheid te bevestigen vóór 18 december (contact: elise.smeyers@uclouvain.be).

 

Voor de doorbraak. De voorgeschiedenis van een ‘succesverhaal’.
Een onderzoek naar de genese en receptie van de vroege vertalingen van Hugo Claus’ werk in het Frans

Hugo Claus (1929-2008) wordt vaak gezien als een van de belangrijkste twintigste-eeuwse Vlaamse auteurs, met een oeuvre dat internationale lof ontving. Voor een Nederlandstalig auteur is vertaling in een centralere taal noodzakelijk om toegang te krijgen tot de World Republic of Letters. Al vanaf het prille begin van Claus’ literaire loopbaan speelden de talrijke en zeer vroege Franse vertalingen en Parijse publicaties van zijn werk een rol in de internationale circulatie en literaire consecratie van zijn oeuvre. Tot nu toe zijn deze vroegere Franse vertalingen echter nog maar zeer sporadisch bestudeerd. Om een beter inzicht te krijgen in de totstandkoming en effecten ervan op de internationale verspreiding en status van Claus’ werk onderzoeken we in deze studie de tekstuele en materiële vertaalprocessen van de vroegere Franse vertalingen evenals hun vroege internationale receptie. Vervolgens vergelijken we deze vroege vertalingen met de latere hervertalingen, om zo temporele en spatiale verschillen in de netwerken, vertaalstrategieën en internationale positie van de auteur en diens oeuvre in kaart te brengen. Gezien de vroege ontvangst en belangrijke positie van Claus’ dramawerk in zijn Franstalige receptie, zullen we onze aandacht hoofdzakelijk daarop toespitsen. Aangezien Claus’ dramaproductie niet losstaat van de rest van zijn werk, betrekken we echter ook andere belangrijke Franse vertalingen van zijn werk bij ons onderzoek. In onze analyse van het vertaalproces belichten we de tekstuele en paratekstuele ‘resémantisations’ die door linguïstische, ideologische, socio-culturele en historische verschuivingen teweeg worden gebracht en brengen die in verband met epitekstuele bronnen en allerhande contextuele factoren (de individuele en institutionele positie van de bemiddelaars, de contacten binnen de netwerken, de mediatisering van de auteur, vertaalsubsidies, kritische weerklank etc.). Op het kruispunt van deze tekstueel-discursieve en contextuele analyse onderzoeken wij de beslissende rol van vertalers en/of bemiddelaars in hun hoedanigheid van tekstuele ‘stemmen’ en extratekstuele ‘agents’. Bij uitbreiding wil deze studie die het culturele transferproces van een perifere naar een centrale taal onder de loep neemt ook bijdragen tot een beter begrip van de functie en positionering van twintigste-eeuwse Vlaamse, Nederlandstalige literatuur in Franse vertaling en van de interculturele, intra- en internationale dynamieken tussen het Nederlandstalige (Vlaamse) veld en het Franstalige veld, meer bepaald tussen het perifere subveld van Franstalig-Belgische vertalingen en het Parijse centrum en tussen Vlaamse en Franstalige intra-Belgische culturele velden.

Het literaire werk van Kader Abdolah (5-6 december, VUB)

Op 5 en 6 december organiseren Philippe Humblé, Hans Vandevoorde en Arvi Sepp (VUB) een colloquium over het literaire werk en de vertalingen van Kader Abdolah. Dit colloquium wordt i.s.m. CLIV georganiseerd en vindt plaats aan de VUB en Passa Porta.

Kader Abdolah (1954) woont sinds 1988 als politiek vluchteling in Nederland. Hij behaalde zijn diploma fysica aan de Universiteit van Teheran en raakte betrokken bij verzetsbewegingen, eerst tegen de Sjah en vervolgens tegen het islamitische regime. Na zijn vlucht naar Nederland begon hij met het schrijven van literatuur in het Nederlands, waarbij hij de taal leerde met behulp van inderboeken. In 1993 publiceerde hij zijn eerste boek in het Nederlands, De Adelaars, dat het Gouden Ezelsoor won, de Nederlandse prijs voor het beste debuut. Er volgden verschillende andere romans, waarvan Het Huis van de Moskee tot hiertoe de meest succesvolle was. Er werden meer dan 300.000 exemplaren van verkocht. Kader Abdolahs boeken zijn in 21 talen vertaald. Zijn laatste roman is Het pad van de gele slippers (2018).

Kader Abdolah is een van de meest vooraanstaande Nederlandse auteurs van het ogenblik. Hij is ook bijzonder aanwezig in het publieke debat in Nederland. Ondanks deze zichtbaarheid en populariteit is er op academisch vlak naar verhouding weinig onderzoek gebeurd naar zijn oeuvre. Dit colloquium heeft als doel Kader Abdolahs werk vanuit een literatuur- en vertaalwetenschappelijk perspectief te benaderen.

Programma van het colloquium :
Het literaire werk van Kader Abdolah (5 december)

Het literaire werk van Kader Abdolah (6 december)

CIRTI – Journée d’étude “Figures du retraducteur”

Op woensdag 11 december 2019 vindt de studiedag “Figures du retraducteur” aan het departement Vertalen en Tolken van de Universiteit van Luik plaats (rue des Pitteurs).

Programma : Programme Figures du retraducteur

«Alors que les originaux restent éternellement jeunes […], les traductions, elles, “vieillissent”». Cette idée, très répandue, justifierait les entreprises de retraduction, expliquerait que, régulièrement, les textes fassent peau neuve. Néanmoins, nombre d’autres facteurs entrent dans l’équation : aux facteurs textuels s’ajoutent notamment les considérations plus commerciales des stratégies éditoriales. En outre, le rôle des agents individuels (auteurs, traducteurs ou éditeurs, entre autres) est crucial dans le phénomène de la retraduction.

Cette journée d’étude entend mettre en lumière une série de « Figures du retraducteur ». Alors que le traductologue Yves Gambier traitera la question de la retraduction de textes non littéraires, Albert Bensoussan et Josée Kamoun évoqueront leur travail de (re)traducteurs littéraires et se concentreront, respectivement, sur les cas des retraductions de Conversación en La Catedral, de Mario Vargas Llosa, et de 1984, de George Orwell. L’écrivaine Marie Darrieussecq, qui a retraduit Ovide, Virginia Woolf, puis James Baldwin, parlera des liens qu’entretiennent, dans sa pratique personnelle, écriture et traduction. Vivien Féasson se penchera sur les raisons qui poussent à retraduire des œuvres de fantasy telles que La Roue du Temps ou Le Seigneur des Anneaux. Enfin, Patricia Willson et Justine Houyaux s’interrogeront sur la tâche du retraducteur quand texte et image se conjuguent dans des retraductions illustrées.

 

Inschrijvingen zijn nog mogelijk via deze link :
https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSeUYSnsVOmrpKqWLfrA2JZeAf6SKteSVQcAUYUtNHDkXzfqaQ/viewform?usp=sf_link

Call for papers : “Avant-Garde Poetry in Translation” (UGent)

Avant-Garde Poetry in Translation

Ghent University
Department of Translation, Interpreting and Communication
12th March, 2020
Ghent, Belgium

Since the 1920s avant-garde poetry has forged an unconventional path that resists categorization and questions mainstream culture. Over the years, the avant-garde has been viewed from different perspectives. It has been studied as a poetic style (Kramer 2009: 3), an aesthetic revolution (Erjavec 2015: 87), a process of experimentation (Chaitas 2017: 74), and a critique of art as it stands at the current time (Watkin 2001: 130). This conference invites us to reflect on the possibility of translating avant-garde poetry. Special focus is given to the aesthetics of the interwar period and to the neo avant-garde poetry that emerged after the Second World War. By adopting a transnational approach to the study of the avant-garde, we encourage participants to focus on any language and linguistic tradition in and outside Europe.

Translation, which can be understood as “a contextual revision of meaning” (Le Blanc 2019: 59), raises questions regarding the timelessness of the literary work and the relevance of the avant-garde not only in its original socio-political context but also to this day. In examining the possibility of translating poetry, we can also consider the different forms that translation has taken within the context of the avant-garde. For instance, poets of the concretist movement in Brasil —under the influence of Ezra Pound, developed a conception of translation that seeks to reproduce the original text without, however, respecting its meaning (de Campos 2004).

In the 1960s, the French journal Change (1968-1983) qualified translation as a transformative practice (Robel 1973). During those years, translation was associated with the notions of “openness”, “extension”, “plurality”, and “multiplication”, that were part of the critical discourse of the time (Brisset 2006: 236). Those who embraced the movement of transformationnisme saw translation as a way to unearth the hidden potential of the original text and rejected translation as an act of communication or equivalence. As seen in Gérard de Cortanze’s “transformation” (1976) of Huidobro’s poem Altazor (1931), different types of translation are possible as long as they highlight the expressiveness of the language (e.g. word-for-word translations, phonetic translations, translation-extraction).

Despite its capacity to challenge the boundaries of poetic language and form, avant-garde poetry remains largely untranslated (Lodge 1998). Indeed, poetry translation attracts little attention and occupies a tenuous position in academic textbooks. As theoreticians have argued, poetry is “the least translated literary genre” (Venuti 2011: 127) and a “disinterested activity par excellence” (Bourdieu 1993: 51).

This conference opens up new lines of inquiry in the field of translation studies, by inviting participants to explore avant-garde poetry and experiment with different translation options. Theoretical reflections and/or practical case studies can focus on one (or more) of the following subjects:

– Translations of avant-garde poetry during the beginning of the 20th century and the interwar period (e.g. Dada, Futurism, Expressionism, Surealism, Constructivism etc.)

– Translations of neo avant-garde poets in post-war Europe (e.g. Abstract Expressionism, Pop Art, Nouveau Réalisme, Neo-Dada, Fluxus etc.)

– The poetic legitimacy of the translator

– Theoretical and/or methodological difficulties in poetry translation

– Recontextualization of avant-garde poetry in translation: social relevance and impact

– Avant-garde poets as translators

Scholars at any stage of their research are invited to submit their abstracts in English or French (250-300 words) until the 15th of January 2020. Submissions should be sent to the organizers via e-mail:  amaury.desart@ugent.be and christina.bezari@ugent.be. You will receive a response by the end of January.