Vacature : deeltijds praktijkassistent Duits (UGent – Vakgroep Vertalen, Tolken, Communicatie)

→ Solliciteren tot 06/06/2017 23:59 CEST
→ Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
→ Vakgroep LW22 – Vertalen, tolken en communicatie
→ AAP tijdelijke aanstelling – 20%
→ 1 positie(s)

Voor de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte zoeken wij een deeltijds praktijkassistent Duits (20%) binnen de vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie.

OVER DE UGENT

De Universiteit Gent is een wereld op zich. Meer dan 8.000 personeelsleden zijn er dagelijks aan de slag in onderwijs en onderzoek, beheer en administratie, technische en sociale voorzieningen, enz. Voor hen is de Universiteit Gent een logische keuze: het is een van de grootste, meest boeiende en toekomstgerichte werkgevers van de regio. De Universiteit Gent telt 11 faculteiten en meer dan 100 vakgroepen, die in elk van de wetenschappelijke disciplines hoogstaande en door onderzoek ondersteunde opleidingen aanbieden.

JOUW OPDRACHT

Je levert bijstand bij de onderwijsprojecten van de master tolken en het praktijkgerichte onderwijs van de afdeling Duits van de vakgroep (organisatie, begeleiding en evaluatie van praktische oefeningen en werkcolleges), in het bijzonder de vakken algemene en gespecialiseerde tolkpraktijk, en consecutief en simultaan tolken.

JOUW PROFIEL

Je bent houder van een diploma van master in het tolken of postgraduaat conferentietolken met Duits of een gelijkgesteld diploma met Duits. Aan de diplomavoorwaarden moet voldaan zijn op datum van aanstelling.
Je beheerst het Duits en het Nederlands op het niveau C2 van het ERK (Europees Referentiekader) of als moedertaalspreker.
Je oefent overige beroepsactiviteiten uit en/of je hebt aantoonbare ervaring die kan bijdragen tot de kwaliteit van het tolkonderwijs.
Je hebt interesse in een onderwijsopdracht in vermeld domein.
Je hebt interesse in wetenschappelijke en/of projectmatig onderzoek en dienstverlening.
Onderwijservaring en deelname aan nascholing, conferenties etc. strekt tot aanbeveling.

ONS AANBOD

Wij bieden je een aanstelling voor een termijn van een jaar. De aanstelling kan onbeperkt hernieuwd worden voor periodes van maximaal vijf jaar. Opgelet: Je kan niet voor een gecumuleerd percentage van meer dan 30 % als praktijkassistent aan de UGent aangesteld worden.
De indiensttreding kan ten vroegste vanaf 1 oktober 2017.
De verloning gebeurt volgens barema AAP3. Meer informatie hieronder vind je op onze website.
Verder kan elk UGent-personeelslid rekenen op een aantal voordelen, zoals een breed opleidings- en vormingsaanbod, 38 dagen vakantieverlof (op jaarbasis voor een voltijdse betrekking), een fietsvergoeding, ecocheques enz. Een volledig overzicht van onze personeelsvoordelen, kan je vinden op onze website.

INTERESSE?

Solliciteer online via deze toepassing vóór de uiterste inschrijvingsdatum (zie bovenaan) en voeg volgende documenten toe:

je sollicitatiebrief
je cv
een kopie van het vereiste diploma (indien reeds in jouw bezit)
enkel indien je je diploma buiten de Europese Unie behaalde: een gelijkwaardigheidsattest van NARIC (indien reeds in jouw bezit)

We aanvaarden geen sollicitaties die per e-mail worden doorgestuurd of sollicitaties waarbij (een van) bovenstaande documenten ontbreken.

De UGent voert een gelijke kansen- en diversiteitsbeleid en moedigt dan ook iedereen aan om te solliciteren.

MEER INFORMATIE

Voor meer informatie in verband met deze vacature kan je contact opnemen met Prof. Petra Campe (petra.campe@ugent.be) of via http://www.vtc.ugent.be/vacatures.

Call for papers: the imaginaries of translation

Following the great success of our workshop on the “Imaginaries of Translation”, which took place at the University of Sorbonne-Nouvelle on the 3rd and 4th of March 2017, we now wish to extend our reflections on the theory and practice of translation and to encourage innovative and comparative perspectives.

The connections that are developed between translation studies and comparative literature reveal the complexity of such hybrid disciplines and emphasize the importance of rethinking their identity and their special characteristics. In fact, this subject was at the centre of attention during the 11th Congress that was organized by the International Association of Comparative Literature (1985). In his introduction, José Lambert defined translation as a dynamic field and underscored its increasing interactions with other disciplines. It is therefore desirable to grasp translation, not only from the viewpoint of literature, but also from the viewpoint of the history of knowledge and social practices (F. Rastier: 2011; A. Guillaume: 2015; Y. Chevrel, J.-Y. Masson: 2015). Furthermore, it seems necessary to rethink translation through the prism of philosophy, poetics, studies on the imaginary, and finally, to consider it as an art and not as a branch of applied linguistics.

Indeed, as argued by G. Lane-Mercier, comparative literature and translation studies are intrinsically linked because of their common centrifugal, nomadic or “cartographic” aims as well as their common propensity to the intersection, the realignment and the crossing of borders. It is, in fact, through such processes that these two disciplines become fields of major conflict and of major synthesis.

In this framework, we wish to envisage a process of hybridization between translation studies and the studies on the imaginary. In order to achieve this goal, we will consider the notion of the imaginary in translation as a divergence from what has been defined as “the theory of the linguistic imaginary” (Glissant 1996; 2010; Houdebine 2002).

Our approach to the imaginary in translation is twofold:

On the one hand, we take into consideration the ways in which the imagination is involved in the “socio-symbolic elaboration of translation practices” (Antonio Lavieri: 2007, 2010). In this regard, we can articulate an “imaginary of translation” or a “representation of translation” which is depicted in the use of metaphors, stereotypes or narratives. We will thus focus on the representations, the narratives, the metaphors and the myths that are associated with the act of translation. These practices can be traced in theoretical texts as well as in paratexts.

On the other hand, when it comes to the study of translated texts, it is crucial to observe the process by which the imaginary and the imagination of translators –also in relation to the collective imagination-, play a decisive role in the act of translation (Raimondo 2016a 2016b). It is, indeed, noteworthy that many translational solutions derive from the creative imagination of translators, which is in its turn embodied in linguistic and poetic choices, as can be seen, for example, in the works of Collinge (2000) or Verger (2010). In this regard, it is possible to rethink translation studies from a “genetic” perspective that is enhanced in the light of new studies on the notion of the imaginary. This second part explores the imaginaries of translation and the psyche of translators in relation to texts. In a certain way and with certain cautiousness, we can also speak of “the psychology of translations”.

We, therefore, hope to unearth the relationships between the act of translation and the history of knowledge (Rastier 2011, Guillaume 2015, Chevrel and Masson 2015) through the prism of interdisciplinarity (Bassnett and Lefevre 1998; see Ladmiral 2006: 109-125). We also wish to propose a coherent system that takes into account both the linguistic dimension and the socio-cultural substratum (Bassnett 1998: 10), which will help to define the complex factors underpinning literary translation. Through this attempt, we envisage to widen the scope of translation, to improve the effectiveness of its analytical and hermeneutical tools and to expand its “spheres of influence” (Guillaume 2014, 2016) or “spheres of existence” (Ballard 2016).

In order to achieve our goals, we will examine translation through the prism of the so-called “circumstances of the imaginary production” (Van Eynde: 2005). Indeed, it is possible to notice that the “active imagination” (Jung: 1970) of the translator is, consciously or unconsciously, embodied in his/her linguistic, stylistic and poetic choices. In this regard, we will put forward Ricœur’s “poetics of will” (P. Ricœur: 1986) which will help us trace a number of phenomena and experiences that are situated “between theory and practice” (P. Ricœur: 1986). Furthermore, we will base our research on the conception of the imagination that was articulated by Giambattista Vico in his doctrine of the “fantastic universals” that appeared in his work Scienza nova (1744). According to Vico, imagination is considered in relation to its link with the historical and the poetic. Finally, we will look into the work of Olivier Rimbault (2015: 24-28), which evokes Carl Gustav Jung (1993) and Gilbert Durand (1984) and envisages the existence of a common imaginary structure in cultural discourse. According to Rimbault, a common “matrix zone” (2016) can be found at the origin of archetypes and ideas.

For our upcoming publication, we welcome academic articles that focus on, but are not limited to, the following categories:

  • the “socio-symbolic” imaginary of translation
  • representations, narratives, metaphors and myths in translation
  • the translator’s psyche
  • the imaginary of the exotic in translation
  • the imaginary of translation and its connection to the notion of violence
  • the act of translation in connection to the translator’s imagination
  • mystical approaches to translation
  • philosophical imaginaries in translation
  • political imaginaries in translation
  • imaginaries between sourciers and ciblistes
  • psychoanalysis and the imaginaries of translation
  • the psychology of translation
  • the imaginary in the translation of the founding texts
  • the translator’s representations in literature and in art
  • imaginary and the “Beautiful Infidels”
  • traductology, semiotics and the experience of the imaginary

 

Contributions are expected to be based on the bibliographic references cited below, as well as on the theoretical background that was elaborated during our workshop (see www.imagotrad.hypotheses.org/120).

The articles should not exceed 10,000-15,000 characters (bibliography included) and should be sent to the addresses below in two formats (WORD and PDF) and in two copies (a signed and an anonymous one) before the 30th of August 2017. The articles should be accompanied by an abstract in English and in French (150/200 words for each abstract) and a brief bio-bibliography in English and in French (150/200 words for each bio-bibliography).

Authors are kindly requested to respect the rules of this call for papers. Incomplete proposals will not be considered.

The authors will be notified as soon as their proposals have been accepted and will be asked to format their text according to the editorial policies.

 

Contacts:

raimondo.riccardo@yahoo.it

ths.vuong@gmail.com

bezari.christina@gmail.com

Call for proposals: Cultural branding

Graag ontvangt themagroep SCARAB (Faculteit der Letteren, Radboud Universiteit) voorstellen voor boekhoofdstukken over de branding (het tot een merk maken) van Nederlandse auteurs en in het Nederlands vertaalde auteurs, in heden en verleden, binnen en buiten Nederland.

Doel is om te komen tot een boekuitgave in de (Engelstalige) peer-reviewed reeks Radboud Studies in Humanities, uitgegeven door Brill.
Onder branding verstaat SCARAB het interactieve proces waarbij auteurs, uitgevers en publiek gezamenlijk, in de loop van de tijd, een ‘merk maken’ van een schrijver, een oeuvre, een werk of een genre. In het geplande boek onderzoeken we alle fases van dit proces in heden en verleden, en hebben we speciale aandacht voor de dynamiek tussen de drie participanten (auteur, uitgever, publiek). Ook de vraag naar al dan niet aanwijsbare intentionaliteit van het hele proces heeft onze belangstelling. Vaak is de uitgever de initiator van het brandingsproces, is de auteur degene van wie een brand wordt gemaakt, en is het publiek de doelgroep die geacht wordt gevoelig te zijn voor branding, maar deze rollen zijn niet stabiel. Ze kunnen in de loop van het proces op allerlei manieren en om allerlei redenen wisselen en verschuiven. Ook deze omslagen in vorm en agency van het brandingsproces hebben onze aandacht.

We gaan uit van een indeling in vier tijdsperiodes: de 18e eeuw en eerder, de 19e eeuw, de 20e eeuw en de 21e eeuw, en richten ons op drie typen casussen:
– Nederlandse auteurs, oeuvres of werken die gebrand worden (of werden) binnen Nederland;
– Nederlandse auteurs, oeuvres of werken die gebrand worden (of werden) buiten Nederland;
– Vertaalde auteurs, oeuvres of werken uit alle taalgebieden die in Nederland gebrand worden (of werden).

Het is de bedoeling het brandingsproces per hoofdstuk casusgewijs te onderzoeken vanuit een geëxpliciteerd theoretisch perspectief, aan de hand van (één van) de volgende drie begrippenparen:

– Imago versus zelfbeeld

We gaan ervan uit dat auteurs (bewust en onbewust) een bepaald beeld van zichzelf en hun werk of oeuvre scheppen en dat dit beeld soms wel, soms niet in lijn is met het imago van auteur en oeuvre dat leeft bij het publiek, in de media en in het veld. Ook uitgeverijen geven het beeld van hun eigen bedrijf en van het werk van hun auteurs zorgvuldig vorm. Om de complexe verhouding tussen imago en zelfbeeld te onderzoeken, zou gebruik kunnen worden gemaakt van bijvoorbeeld beeldvormingstheorie en theorieën over auteursrepresentatie, self-fashioning en posture.

– Economische versus symbolische belangen

Zowel auteur als uitgever hebben belang bij het branden van schrijvers en oeuvres. Er valt economische winst mee te behalen (via het verleiden van consumenten tot een aankoop), maar ook symbolische (via de reputatie die door middel van branding gevestigd en versterkt wordt, of juist veranderd of gekenterd). Het publiek heeft vervolgens de macht om economische en symbolische waarde wel of niet toe te kennen. De economische kant van de zaak kan wellicht o.a. via marketingtheorieën en (met name voor de vroegmoderne periode) boekwetenschap worden belicht; de symbolische wellicht via waardetheorieën als die van Boltanski en Thévenot (1991) of Karpic (2010) of de veldtheorie van Pierre Bourdieu.

– Verzet versus acceptatie

Auteurs kunnen de brand die van hun werk wordt gemaakt omarmen of versterken, of zich er passief bij neerleggen. Maar ze kunnen zich er ook tegen afzetten, hun brand proberen te ondermijnen, aan te passen of om te gooien. Ze kunnen samenwerken met andere participanten in het brandingsproces (uitgever en publiek), maar ook dwars liggen of in verzet gaan. Ook het publiek heeft macht: het kan een brand geloofwaardig vinden en serieus nemen, of ongeloofwaardig en ‘gezocht’. Deze processen laten zich wellicht onderzoeken met behulp van invalshoeken gericht op de relaties tussen kunstenaars en andere deelnemers aan het culturele leven, zoals het kunstwereld-perspectief van Howard Becker (1982).

Proposals van max. 350 woorden kunnen vóór 1 mei 2017 worden gezonden naar scarab@let.ru.nl.

Michelle Woods [SUNY, New Paltz] on the Translation and Reception of Kundera and Kafka

Donderdag 9 maart (registratie en info via francis.mus@kuleuven.be):
* 11u30-13u30: Master class over de receptie en vertaling van Milan
Kundera door Michelle Woods (SUNY, New Paltz) en Martine Boyer-Weinmann
(Université de Lyon)
KU Leuven, Faculteit Letteren, Museumzaal (MSI 02.08), Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven.
* 14u30-16u30: Vertaalworkshop o.l.v. Martin De Haan
KU Leuven, Faculteit Letteren, Museumzaal (MSI 02.08), Blijde Inkomststraat 21, 3000 Leuven.

Vrijdag 10 maart, 14u00-15u30 (registratie en info via j.ceuppens@kuleuven.be):
CERES/CETRA-lezing “Retranslations, Reception
and Syntactical Temporality: Kafka (and Tolstoy)” door Michelle Woods
(SUNY, New Paltz)
KU Leuven Campus Brussel, Van Genechtenzaal (6303), Stormstraat 2, 1000 Brussel.

Meer info over beide evenementen:
https://receptionstudies.be/2017/02/15/michelle-woods-on-the-translation-and-reception-of-kundera-and-kafka

Rokus Hofstede: ‘Essaie de ne pas faire l’enfant‘

Rokus Hofstede over de vertaling van spreektaal en dialect in onder andere het werk van Ramuz, Ernaux en Simenon praten: hij zal aan de hand van voorbeelden uit zijn eigen vertaalpraktijk en met verwijzing naar voorbeelden uit andere vertalingen vertellen over het belang van registergevoeligheid voor een goede vertaling.

Datum: 9 maart, 17.15-18.45 

KU Leuven, Campus Antwerpen, lokaal 1.33

Toegang: gratis.
Voor praktische informatie over de bereikbaarheid van de campus, zie: https://www.arts.kuleuven.be/antwerpen

Colloque international : “Fouad Laroui, l’humour de l’entre-deux”

Colloque international organisé par l’Université de Lorraine (Campus Lettres et Sciences Humaines), autour de l’éccrivain multiculturel et polyglotte Fouad Laroui.

Pistes de réflexion envisagées :

– Traduire Fouad Laroui

– Fouad Laroui et l’humour de l’entre-deux : l’autodérision de l’exolingue et de l’exilé

– Fouad Laroui, de l’exolinguisme au multilinguisme

– Fouad Laroui : littérature de l’entre-deux, littérature post-coloniale, littérature-monde, littérature
migrante ?

Calendrier :
Date limite de dépôt des propositions : 1er mai 2017
Notification des avis du comité scientifique après examen en double aveugle : 30 juin 2017
Colloque : 19 et 20 octobre 2017
Remise des articles pour publication : 15 décembre 2017

Format des propositions :
1 document word isolé comportant le nom, l’appartenance institutionnelle, le grade, le titre de la communication et lescoordonnées de l’auteur (adresse professionnelle, adresse personnelle, adresse électronique et téléphone).

1 document (format Word et format PDF) comportant un résumé de 15 à 20 lignes en français ou en anglais (Word, Times 12, interligne 1,5) présentant le corpus étudié, les idées principales, le raisonnement et les conclusions générales, et précisant le cadre et les notions. 3 mots-clés devront également être mentionnés.

Langue de la communication et de la publication : français et/ou anglais. Les communications seront de 20 minutes, suivies de 10 minutes de questions. Les articles feront l’objet d’une publication, sous la forme d’un volume collectif, ave comité de lecture.

Les consignes éditoriales seront envoyées avec la réponse. Les propositions de communication seront adressées conjointement à :
– Catherine Delesse : catherine.delesse@univ-lorraine.fr
– Laurence Denooz : laurence.denooz@univ-lorraine.fr

Frais d’inscription pour les intervenants : 30 €.
Les versements seront à effectuer sur place. Les déjeuners des 19 et 20 octobre seront offerts aux intervenants. Les frais de déplacement et d’hébergement ne sont pas pris en charge.

Pour plus dinformation sur ce colloque et ses axes de réflexion, veuillez consulter ce document: Appel Fouad Laroui

International conference T&R 5

Appel à communications / Call for papers
Colloque international / International conference T&R 5 

Théories & Réalités en Traduction & Rédaction 5
Theories & Realities in Translation & wRiting 5

Écrire, traduire le voyage / Writing, translating travel

Anvers / Antwerp
Jeudi 31 mai & vendredi 1 juin 2018 / Thursday 31 May & Friday 1 June 2018

Veuillez adresser votre résumé (question de recherche, corpus, résultats, références…) d’environ 500 mots avant le 9 janvier 2017 à: Heidi.Verplaetse@kuleuven.be et Winibert.Segers@kuleuven.be

Please submit an abstract (research question, corpus, results, references…) of approximately 500 words by 28 February 2017 to: Heidi.Verplaetse@kuleuven.be and Winibert.Segers@kuleuven.be

For more information on conference topics please see T&R5 Antwerp 2018
Full Call for papers T&R5 Anvers Antwerp 2018

Conference: “Translation Studies and Children’s Literature. Current Topics and Future Perspectives”

TRANSLATION STUDIES AND CHILDREN’S LITERATURE
CURRENT TOPICS AND FUTURE PERSPECTIVES

Since the publication of pioneering works by Göte Klingberg, Riitta Oittinen and Zohar Shavit in the 1970s and 1980s, the translation of children’s literature has attracted the attention of many scholars in various fields. On 19 and 20 October 2017, KU Leuven and the University of Antwerp (Belgium) will organise an interdisciplinary conference on Translation Studies and Children’s Literature that aims to investigate the intersection between translation studies and children’s literature studies, offer a state of the art of current trends in the study of children’s literature in translation, and consider future perspectives for this field. How can the concepts, methods and topics used to study children’s literature contribute to the field of Translation Studies? What research questions are opened up by studying children’s books from a Translation Studies perspective? And what potential avenues have only recently been opened up, or remain as yet uncovered? The conference will take place on the occasion of the academic retirement of Prof. dr. Jan Van Coillie (University of Leuven), a pioneer in this area of study.

We welcome proposals on topics relating to promising lines of research integrating Translation Studies and Children’s Literature Studies, including:
– globalisation/localisation/glocalisation (including English as a lingua franca)
– ideological shifts in the translation process
– ethical aspects of translating children’s literature
– the reception of translated children’s books
– the role of institutions and mediators (translators, publishers, agents, critics etc.)
– intermedial translation (including digital picturebooks)
– the benefits of applying literary approaches such as digital humanities or cognitive sciences to the study of children’s literature in translation
– new impulses from established approaches such as stylistics, memory studies, genetic criticism or reception studies

The conference will be held in Brussels (19 October 2017) and Antwerp (20 October 2017) and will be preceded by a master class on translating Children’s Literature (for Dutch-speaking students) on 18 October 2017 in Brussels. The working language of the conference will be English although simultaneous interpreting can be provided upon request (please indicate in your proposal).

Keynote speakers are:
Gillian Lathey (University of Roehampton London, UK)
Cecilia Alvstad (University of Oslo, Norway)
Emer O’Sullivan (University of Lüneburg, Germany)
Jan Van Coillie (University of Leuven, Belgium)

Please send your proposals (300 words) by March 15th 2017 to Jack.McMartin@kuleuven.be. We will give notice by April 30th 2017.

Link: https://receptionstudies.be/2017/01/09/translation-studies-and-childrens-literature-current-topics-and-future-perspectives/

THE ORGANIZING COMMITTEE
Elke Brems (University of Leuven)
Jan Van Coillie (University of Leuven)
Vanessa Joosen (University of Antwerp)

University of Leuven (Campus Brussels)
Hilde Catteau
Theresia Feldmann
Ellen Lambrechts
Jack McMartin
Erwin Snauwaert
Myrthel Van Etterbeeck
Ann Vlasselaers

University of Antwerp
Katrien Liévois
Frauke Pauwels
Aline Remael

THE SCIENTIFIC COMMITTEE
Elke Brems (University of Leuven)
Jan Van Coillie (University of Leuven)
Luc Van Doorslaer (University of Leuven)
Vanessa Joosen (University of Antwerp)
Barbara Kalla (Wrocław University, Poland)
Cees Koster (Utrecht University, The Netherlands)
Helma Van Lierop (Tilburg University, The Netherlands)
Monika Wozniak (Sapienza University Rome, Italy)

Symposium: Getuigenis in vertaling

Symposium: Getuigenis in vertaling Gent, 28 november 2017

Op dinsdag 28 november 2017 organiseren onderzoeksgroepen CLIV (Centrum voor Literatuur in Vertaling -UGent en VUB), CERES (Centre for Reception Studies – KU Leuven) en CMSI (Cultural Memory Studies Initiative -UGent) samen met de Stichting Auschwitz een symposium over ‘Getuigenis in vertaling’. Het symposium zal plaatsvinden aan de vakgroep Vertalen, Tolken en Communicatie van de Universiteit Gent.

Het opzet van deze dag is om het belang, de impact en de ethische dimensie van vertaling te onderzoeken voor literaire en niet-literaire getuigenissen uit de 20e en 21e eeuw. De voertaal is het Nederlands, maar het bestudeerde corpus kan anderstalig zijn. Er is aandacht voor narratieven van vlucht en verdrijving in de context van oorlog of etnische zuivering, slavernij, politieke gevangenschap onder dictaturen, en onderdrukking in postkoloniale contexten.

Naast een keynote lecture en een panel van vertalers staat een reeks academische lezingen gepland rond het thema. Mogelijke invalshoeken zijn:
Vertaling, getuigenis en trauma Wat zijn de ethische implicaties van het vertalen van traumanarratieven? Welk ‘verlies’ wordt hier vertaald? Hoe kunnen we voorbij de ‘onvertaalbaarheid’ van trauma denken? Hoe kunnen we de relatie tussen de vertaler en de getuige begrijpen? Hoe wordt de passage de témoin gegarandeerd in vertaling? Wat is de relatie tussen secundaire getuigenis van literatuur (postmemory, maar ook kinderliteratuur) en de vertaling ervan? Kan de vertaler secondary witness zijn? Vertaling, getuigenis en maatschappij Wanneer, waarom en voor wie worden getuigenissen vertaald? Welke culturele of politieke factoren spelen mee? Hoe wordt de vertaling ontvangen? Welke functie krijgt de tekst in de doelcultuur? Hoe wordt de problematiek van de oorspronkelijke getuigenis geactualiseerd? In welke zin kan vertaling deel uitmaken van het maatschappelijke project van de getuigenis (een stem geven aan overlevenden of minderheden, onrecht aanklagen, politieke verandering bepleiten)? Welke rol spelen vertalers precies in de transmissie van de historische kennis of maatschappijkritiek die zit vervat in de getuigenis? Op welke manier kan vertaling ingezet worden om een dominant discours te versterken, en hoe kan het een vorm zijn van verzet tegen bepaalde instellingen of praktijken?

Abstracts (300 woorden) voor een lezing van 20 minuten in het Nederlands stuurt u ten laatste op 1 maart 2017 naar Anneleen.Spiessens@UGent.be. Vermeld duidelijk uw naam en academische affiliatie, en voeg een korte biografie toe (maximaal 150 woorden). Een selectie van papers wordt na peer review gebundeld in een thematisch dossier voor het vertaaltijdschrift Filter (VABB).
Organiserend comité: Elke Brems (KU Leuven), Ilse Logie (UGent), Désirée Schyns (UGent), Arvi Sepp (VUB/UAntwerpen), Anneleen Spiessens (UGent) en Tom Toremans (KU Leuven).

Vacante: beca doctoral para un proyecto de investigación financiado por el Fondo de Investigación Científica de Flandres

CONVOCATORIA

Las directoras del proyecto FWO
Vidas en traducción. Las paradojas de la escritura autobiográfica multilingüe hispanoamericana 1980-2015 // Lives in Translation. The Paradoxes of Spanish-American Multilingual Autobiographical Writing 1980-2015
Ilse Logie (UGent) y An Van Hecke (KULeuven) están en busca de candidato/as interesado/as en realizar una tesis doctoral en dicho marco.

DESCRIPCIÓN DEL PROYECTO

Desde finales del siglo XX asistimos a un auge espectacular de las prácticas culturales multilingües. En el presente proyecto se investigarán las complejas relaciones entre el multilingüismo literario y la construcción de la identidad en un conjunto de textos autobiográficos contemporáneos (1980-2015) escritos por autores provenientes del Cono Sur (Argentina y Chile) y de México. Tal como queda reflejado en escenas clave y en los paratextos de los ejemplos más paradigmáticos de este fenómeno, la lengua posee una dimensión existencial y hasta heurística: se torna el elemento ineludible para poner a funcionar la memoria del narrador, definir su identidad y su visión del mundo.

A partir de un estudio discursivo, narratológico y estilístico de los textos nos proponemos examinar el funcionamiento de algunos mecanismos y consecuencias del cambio lingüístico. Otro objetivo del proyecto es arrojar luz sobre ciertas evoluciones dentro del corpus. Si en la etapa inicial las obras que se articulan en torno a la extranjería como condición de escritura enfatizan sobre todo el carácter desgarrador del desplazamiento geográfico (exilio, migración) y de la conquista de una lengua que no es la propia, en una serie de textos más recientes la lengua extranjera aparece más bien como lugar de hospitalidad y como camino hacia la reconstitución identitaria. Esto demuestra que expresarse en una nueva lengua puede permitir un acercamiento a nuevas experiencias afectivas y dar paso a relaciones que no estén basadas en la homogeneidad y exclusividad ni lingüística ni comunitaria. Un análisis pormenorizado de las estrategias de representación del yo autobiográfico multilingüe permitirá asimismo determinar en qué medida los textos del corpus contribuyen a desnaturalizar el paradigma monolingüe que sigue predominando en la vida cultural y cuáles son las consecuencias de esta doble pertenencia para su inscripción en el campo literario.

PERFIL

El/la candidato/a al puesto de investigación doctoral debe haber obtenido (con excelentes resultados) una maestría en uno de los siguientes campos:
– estudios literarios
– traducción
– estudios latinoamericanos
– u otro título afín equivalente
Otros requisitos son:
– excelente conocimiento de español e inglés, tanto hablado como escrito
– el dominio del neerlandés y/o de otras lenguas implicadas en el proyecto (francés y/o portugués) será bienvenido
– haber escrito una tesina de maestría de orientación literaria
– tener disponibilidad para realizar estancias de investigación en Latinoamérica y/o Estados Unidos
Se esperan solicitudes, con un CV detallado y una carta de motivación, antes del 03/12/2016. Las entrevistas tendrán lugar en la UGent (Blandijnberg 2, 9000 Gent) durante la primera quincena de diciembre.
El contrato de becario FWO tiene una duración de cuatro años (01.01.2017-30.12.2020), con sede en la Universidad de Gante. El puesto abarca las siguientes responsabilidades: elaboración y redacción de una tesis doctoral (lo que implica hacer la formación doctoral correspondiente), colaboración en la organización de conferencias y en la edición de publicaciones.

Para más información y para el envío de solicitudes se puede contactar a la Prof. Ilse Logie:
Ilse.Logie@UGent.be